"Einde actie, treffers, kanon stop!"

Landmacht (COKL). Deze basisopleiding bestond uit een algemene opleiding (AO) en de functieopleiding (FO) om zodoende opgeleid te worden om op te kunnen treden tot en met het groeps- en overeenkomstig niveau. Daarop volgde bij het Legerkorps de instroming. De verdere vorming van ONDAS-eenheden, bij de cavalerie de gevechtseskadrons, moest in de 10 maanden durende parate periode worden gerealiseerd. Ingevolge stringente richtlijnen inzake het te verrichten onderhoud aan het materieel moesten daarvoor 58 dagen worden uitgetrokken. De opleiding werd onderverdeeld in de algemene vorming (AV) de wapentechnische vorming (WTV) de onderdeel vorming (OV). De AV had tot doel iedere militair die basis- kennis en vaardigheden te verschaffen die hij nodig had om op het gevechtsveld een redelijke overlevingskans te hebben. De AV was de voortzetting van de eerdergenoemde AO uit de basisopleiding en nam ongeveer 28 dagen in beslag. Zij bestond uit de algemene militaire vorming (30%), de bedrijfsvorming (10%), de geestelijke vorming (20%) en de lichamelijke opvoeding en sport (40%). Uiteindelijk resteerden voor opleiding en oefening circa 86 dagen (58 onderhoud + 28 AV). Magere getallen, vergeleken met het in tabel 1 gesuggereerde aantal van 151 beschikbare dagen. Het doel van de WTV was het verbreden en verdiepen van de in de schoolperiode verkregen functionele kennis en vaardigheden. De tankschutter bijvoorbeeld, zou behalve het veelvuldig beoefenen van de schiettechniek en de drills samen met de tankbemanning ook nog eens twee keer moeten deelnemen aan de schietseries in Bergen. Dit voorbeeld duidde al aan dat voor WTV bij de cavalerie veel tijd moest worden uitgetrokken, namelijk 37 dagen. Niveau en aantal te houden oefeningen Om aan de uitvoering van de oorlogsopdracht te kunnen voldoen was een opleiding tot en met (minimaal) bataljonsniveau vereist. In de praktijk betekende dit dat het bataljon eenmaal per tien maanden aan een door de brigade te leiden oefening moest deelnemen. Ook hierbij was wel degelijk een voorafgaande goede opbouw noodzakelijk. Er diende dan ook achtereenvolgens aandacht te worden besteed aan de pelotonsvorming, de eskadronsvorming (twee bataljons geleide oefeningen) en de bataljonsvorming (één brigade-geleide oefening). De hiervoor benodigde tijd was 29 dagen, maar er waren maar 22 dagen beschikbaar. Behalve de opleiding tot en met bataljonsniveau moesten ook brigade- en hogere staven regelmatig oefenen door middel van een oefening met troepen (Field Training Exercise of FTX). 209

211 Online Touch "Einde actie, treffers, kanon stop!" Home


You need flash player to view this online publication